In de kruidenierswinkel is van alles te koop: koffie, thee, koekjes, erwten, bonen, eieren, suiker, zout, aardappels, en zeep, maar ook praktische zaken zoals borstels (in de mand naast de toonbank), klompen, petroleum en zelfs onderhemden en -broeken. Begin twintigste eeuw wordt veel nog los uit de schappen afgewogen. De prijs wordt bepaald per ons, pond of kilo!
In de kruidenierswinkel komen vrouwen en kinderen dagelijks hun kleine boodschappen doen. Soms brengen ze hun boodschappenlijstje of -boekje – in de winkel ligt er ligt één uit 1939! De boodschappen worden met een mandfiets zoals die in het museum naar huis gebracht.
Vaak worden de boodschappen niet direct betaald. Het bedrag wordt samen met je naam in de winkel ‘op de lat’ gezet. Op zaterdag, als de man zijn loonzakje heeft gekregen, komt de vrouw de schuld betalen.