DE KEUKEN, DE KELDER

EN DE BEDSTEE

Na een lange dag op het land komen de mannen het liefst thuis in een warm huisje, waar het eten al klaarstond. Na de maaltijd is het al snel bedtijd: de volgende dag moet hij immers alweer vroeg op.

Audiofragment

Productie: Het Fotogenieke Geluid (www.verhaalplekken.nl)

 

“Mijn naam is Arie Kemp en ik woon al 83 jaar op de Achterweteringseweg in Maartensdijk en ben rondleider bij dit museum.  Je kunt dus wel zeggen dat ik goed geworteld ben in deze regio. Mijn hele leven heb ik of bij de molen gewerkt of voor anderen naast dat ik eigen boer ben. Vanuit deze ervaring en opgedane kennis hoop ik dat u geniet van ons museum.”

 

De keukenkachel

De kachel dient voor verwarming, maar wordt ook gebruikt om op te koken. Hij wordt warm gestookt met turf of hout. Als er geld is, wordt de kachel ook wel eens met briketten (geperst steenkoolgruis) verwarmd. Briketten geven meer warmte en branden langer.

Tip van het huis!

Heb je erg koude voeten? Doe de klep rechts open en leg je voeten daarop. Dat doet vader ook, als hij ’s avonds uit het veen thuiskomt!

Wie slaapt waar ?

Vader en moeder slapen in de bedstee, maar waar slaapt de rest? De gezinnen zijn groot en acht tot tien kinderen is geen uitzondering. De kinderen slapen daarom meestal op de zolder.

Zittend slapen

In de bedstee is het niet koud, want de warmte van de kamer komt hier binnen. Het bed is kort. Wist je dat mensen vaak halfzittend slapen in een bedstee? Liggend slapen zou namelijk ongezond en zelfs gevaarlijk zijn! Dan zakken er kwade sappen naar je hoofd en kun je in je slaap sterven.

De kelder

’s Zomers bewerkt vader na zijn werk de tuin. Hij verbouwt aardappels, wortels, kool, bonen, uien, bietjes en andere groenten. Er zijn ook een paar fruitbomen en bessenstruiken. Dat wordt zijn wintervoorraad die hij opslaat in de kelder.

Groenten inmaken

De meeste groente werd geweckt. Het woord wecken komt van de grote Duitse fabriek Weck, die de glazen potten maakte waar de ingemaakte groente vaak in bewaard wordt.
Nadat de groente goed is schoongemaakt, gaat het in de glazen pot. Met de rubberen ring en de klem op de deksel kan er geen lucht bij komen. De weckflessen gaan dan in de weckketel, waar het water langzaam tot zo’n 90 graden gebracht wordt. De bacteriën die bederf veroorzaken gaan dood. Als de potten afkoelen, zuigt de deksel muurvast op de glazen pot. De inhoud blijft dan jarenlang goed. Er zijn ook andere manier van conserveren, zoals drogen (appeltjes), zouten (vlees en groente), zoeten (vruchten) of roken (ham en worst).
Als er in de winter minder te eten is, worden de ingemaakte groenten beetje bij beetje uit de kelder gehaald. Eerst even flink spoelen om het zout eruit te halen, en dan koken maar!